TedX

Eind 2011 word ik gevraagd voor een talk op Tedx. De uitnodiging geeft mij bij voorbaat natte plekjes. Straks sta ik met een filmpje tussen grootheden en thoughtleaders als Bill Clinton, Frank Gehry, Seth Godin, Malcolm Gladwell en James Nachtwey. Maar wat precies te vertellen? Over een amechtige poedel met het uiterlijk van een pad.

TED. Technologie (T), Entertainment (E) en Design (D). Uitleg overbodig. Een vierdaagse bijeenkomst waar sprekers maximaal 18 minuten de tijd krijgen om ‘de presentatie van hun leven’ te geven. Om te vertellen over hun ideas worth spreading. Voor het eerst gehouden in 1984 in Californië en sindsdien wijd en zijd verspreid.

Van elke talk verschijnt een video die je op YouTube kunt bekijken. Per maand goed voor 230 miljoen views.

Sinds 2009 kent TED ook een zusje. TEDx heet zij en zij duurt een dag. Elke stad kan voor die eendaagse conferentie een licentie aanvragen. Ik mag spreken op de eerste editie te Ede op 1 september 2012. Mijn idea worth spreading: guerrillamarketing. Ik wil geen gewone presentatie geven over guerrillamarketing. Het moet een verhaal zijn dat indirect handelt over guerrillamarketing, ondersteund door een kort filmpje over mijn guerrillagedachten en de tien guerrillamarketingstrategieën uit mijn boek ‘De Guerrillamarketing Revolutie’.

Ik blijf met het verhaal stoeien. Over verrassen moet mijn talk gaan, nee beter, over de kracht van het onverwachte. Of nee , toch niet, over disruptie wil ik talken.

Dan weet ik het: mijn voorwoord uit mijn boek ‘De Guerrillamarketing Revolutie’. Het verhaal over het restaurant La Parolaccia in Rome, waar ik in mijn studententijd met mijn toenmalige vriendinnetje ben geweest en waar werkelijk alles, van de obers tot de menukaart, spot met de conventies van hospitality. La Parolaccia is geen restaurant waar ze je zien als een gast, maar beschouwen als een zak stront.

Ik moet dat voorwoord wel een beetje indikken. Meer focus geven ook. Halverwege toon ik het filmpje. Kan ik even op adem komen en mijn gedachten ordenen. Dat is het idee.

Een talk op TEDx doe je in het Engels. Zelf de tekst vertalen, onverstandig: dat kost me zeker anderhalve dag. Gelukkig ken ik een vertaalster die mijn tone of voice precies aanvoelt: Renske Werner. Zij is bekend van een paar chicklit boeken en de reisgids 100% Vancouver. Renske woont in Vancouver.

Vlak voordat ik eind juli op vakantie ga, valt haar vertaling in mijn mailbox. Een tekst van ruim 1300 woorden die ik uit mijn hoofd dien te leren. Maar dan wel in mijn eigen woorden, leer ik na enkele oefeningen. Dat talkt toch een stuk makkelijker.

Ook het filmpje moet in het Engels. Beelden pluk ik van Google en Flickr. Met eronder het nummer Something Better Change van The Stranglers dat ook het motto van mijn boek was.

TedxEde vindt plaats op een zaterdag in het Theater Cultura. Mijn auto parkeer ik onder de Mediamarkt. Bovengronds is een gewone markt. Om bij Theater Cultura te komen moet ik lopen langs groentestallen, frietkramen en haringkarren. Ik krijg talktrek.

Gelukkig is het lunchtijd als ik arriveer. Dat heb ik zo gepland. Ik wil naar andere sprekers luisteren. Die doen hun talk wel met praatjes bij plaatjes. Adjied Bakes houdt hetzelfde praatje dat ik hem al drie keer heb horen vertellen, maar dan drie keer sneller, en ja, ik krijg plots spijt dat ik het anders doe.

Ik mag iets na vier uur. Wanneer bezoekers dikwijls een tikkie talk-moe zijn. Er moet dus een beetje vuur komen, besluit ik ter plekke. Een pogo, ja, waarom niet. Tijdens ‘Something Better Change’, meer aanleiding heeft een mens niet nodig.

Een ding ben ik in mijn punkspring-enthousiasme vergeten. Mijn conditie is nul. Okay, weliswaar jarenlang gehockeyed en veel gezwommen, maar dat doe ik al een tijdje niet meer. En dan is dertig tellen pogo’en al snel veel tellen te veel. Merk ik, te laat.

Gedurende het tweede deel van mijn Talk ben ik dan ook vooral buiten adem. Ik haal struikelend het einde van enkele zinnen.

Daar gaat mijn promotiefilmpje tussen grootheden en thoughtleaders als Bill Clinton, Frank Gehry, Seth Godin, Malcolm Gladwell en James Nachtwey. Ik heb dorst.

Buiten is de markt opgeruimd. Over straat waaien lege plastic zakken en frietdoosjes. Alleen in de Mediamarkt zijn nog mensen. Ik krijg respect voor artiesten die wild over podia kunnen hupsen en tegelijk zuiver zingen. Hoeveel uren sportschool vergt dat? Ik geneer me steeds meer voor mijn pogo-oprisping. Maar mensen uit het publiek hebben van mijn talk genoten. Hoor ik tijdens de nazit. En mensen in Ede zijn eerlijk.

Een week later zie ik het filmpje van mijn Tedx Talk waarvan helaas de geluidskwaliteit enorm tegenvalt. Mijn talk klinkt veel te zacht, The Stranglers te hard. Tijdens ‘Something better change’ kom ik af en toe hupsend voorbij.

Dat hupsen en hijgen maakt mijn vrienden en kennissen vrolijk, mailen en dm’en ze mij. Ze bezigen woorden als kwetsbaarheid, authenticiteit en energierijk, jaja, energierijk.

De foto’s? ‘Wat een opgeblazen pad, ben je op die foto’s’, spreekt mijn meisje complimenteus als ze die ziet. Ook de naam Youp valt.

De tekst van mijn talk post ik op Molblog en het internationale blog Creative Guerrillamarketing. Het filmpje stuur ik naar verschillende mensen. Vooral uit het buitenland veel warme reacties. Daar kennen ze Youp niet.

Een paar weken later krijg ik een kopie van een locale krant die over TedxEde heeft geschreven. Met als leading foto een springende spreker die oogt als een opgeblazen pad. En zo sta ik tussen grootheden en thoughtleaders als Bill Clinton, Frank Gehry, Seth Godin, Malcolm Gladwell en James Nachtwey in de Tedx-archieven. Een amechtige poedel met het uiterlijk van een pad.

Ach ja. Ooit leer ik het wel.

Change.

Laten we kennis maken..