Schrijven zonder dat er iets op spel staat, is loze onderneming
Ben geen fan van zijn Voetnoot-voorpaginastukjes in ‘De Volkskrant’. Komt omdat ik Arnon Grunberg een beetje een aansteller vind. Een poseur.
Zijn debuutroman werd door literatuurvorsers in 1994 de hemel in geprezen, en ik begreep niet waarom. Mijn vrouw kocht nadien nog een paar boeken van hem. Ze staan nog altijd ongelezen in de kast, Tirza en nog een titel, beide behangen met juichcitaten.
Ik zat eergisteravond wat verdwaasd uit te hijgen na een lange dag. Had de hele dag interviews afgenomen voor een magazine in opbouw. Binnen handbereik een glas Italiaans rood en een stapeltje volkskranten.
Ik zag de Voetnoot van de poseur. Schrijven, heette die, waarin hij vertelde dat hij in Noordwijk was ‘voor een ongebruikelijke boekpresentatie’. 150 lezers mochten zelf een verhaal schrijven en dat aan hem in zijn hotelkamer voorlezen.
‘De kwaliteit van de teksten was hoog’, schreef Grunberg. ‘Vrijwel iedereen schreef over iets wat hem of haar werkelijk bezighield. Een slagersassistente over een relatie met de getrouwde slager. Een journalist over zijn baas die hem een ‘zesje’ had genoemd. Een Afghaans meisje dat verliefd was op een Nederlandse jongen omdat hij niet had gevraagd waar ze vandaan kwam.’
‘Schrijven zonder dat er iets op het spel staat,
zoveel werd weer duidelijk, is een loze onderneming.’
Die poseur toch, en zo waar. Geen verandering, geen verhaal, schreef de storytellinggoeroe Robert McKee al.
Waarom bedenken bedrijven dan toch zoveel verhalen waarin niks op het spel staat. Waarom produceren bedrijven toch zoveel content waarin geen ene niks gebeurt. Waarom maken bedrijven zoveel content waarin het vooral over hun niksige zelf gaat.
Omdat ze verhalen schrijven zien als een loze onderneming. Omdat ze verhalen verwarren met content.