Vaar altijd op Liefde. Ook in 2023.

Vier galjoenen zetten koers richting de Oost. De Liefde, Het Geloof, De Trouw, het jacht De Blijde Boodschap en het vlaggenschip De Hoop. Slechts een ervan bereikt de bestemming. Waarom Liefde altijd wint.

schedule 22 dec2022
bookmark_border Storytelling
create

Het is nog nooit gedaan. Varen naar Oost-Indië via Straat Magallaan. Dus weet je, we gaan dat gewoon doen, besluiten Pieter van der Hagen en Johan van der Veeken, twee Vlaamse kooplieden uit Rotterdam.

Ze besluiten in 1598 tot de oprichting van de Magelhaensche Compagnie, ook wel de Rotterdamse Compagnie geheten -van de V.O.C. heeft in die tijd nog niemand gehoord- en charteren voor hun zeereisje vier galjoenen: De Liefde, het vlaggenschip De Hoop, Het Geloof en De Trouw met het jacht De Blijde Boodschap. Aan boord van elk schip zo’n honderd bemanningsleden.

Op 27 juni 1598 vertrekt de minivloot vanaf het eiland Goeree voor een ongewis avontuur richting de Oost. Met handelsgoederen en een fikse hoeveelheid wapens en soldaten -de geheime missie van de tocht is eerst een lekker stukkie plunderen in Spaans-Amerika, en pas daarna doorsteken naar de Molukken. Maar dat idee verloopt net even ietsje anders.

De ellende begint al als de schepen onderweg geen voedsel mogen inslaan op Kaapverdië, en die Portugese kolonie is de pleisterplaats voor een overtocht vanuit Europa naar Brazilië of de Oost.

Daarna missen de schepen de stroming naar de kust van Brazilië en komen ze terecht in een windstil gebied onder een kokende zon.

Na een uitbraak van scheurbuik en malaria landt de bemanning aan de kust van Guinea, nog altijd in Afrika, waar ze op rooftocht moeten om hun voedselvoorraden aan te vullen.

Pas in januari 1599 -een half jaar na vertrek- start hun Atlantische Oceaan-oversteek. De helft van de bemanning is dan al door koorts, honger en scheurbuik overleden.

Dan pas ook hoort de bemanning dat de schepen niet om Kaap de Goede Hoop varen, maar koers zetten richting de Straat, vlakbij de Zuidpool, en dat geeft veel opvarenden bij voorbaat de bibbers, want kom op, Straat Magellaan, dat is de gevaarlijkste vaargang ter wereld, en het is nog eens winter daar ook. Met ijsschotsen en vreselijke vries-, en hagelstormen bovendien. En winterkleding, nee, die hebben de mannen niet bij zich.

Het kost de expeditie bijna vijf maanden om de Straat te passeren. Wanneer de schepen in september eindelijk de overkant, de Grote Oceaan bereiken, komen ze opnieuw in een fikse mist en storm terecht.

Het galjoen Het Geloof krijgt daarvan de meeste last en wordt terug de Straat ingeblazen, waarna de schipper er niet langer in gelooft en besluit naar Rotterdam terug te keren. Op 13 juni 1600 bereikt het galjoen met aan boord nog slechts 36 man de haven waar het bijna twee jaar eerder is vertrokken.

Ook de Blije Boodschap, door mist en stormen van de andere schepen gescheiden, gaat niet lekker. Het schip verliest in de Straat de boegspriet en moet aanmeren in een Chileense haven, waar de uitgehongerde bemanning pardoes in het Spaanse cachot belandt, want ja, de schepen opereren in vijandelijk gebied. En Nederland en Spanje zijn in oorlog.

Het volgende schip dat sneuvelt is De Trouw. Nadat de bemanning flink heeft huisgehouden op een eiland voor de kust van Chili, vaart het in zijn eentje door naar de Molukken, waar het schip in handen komt van de Portugezen die bijna alle bemanningsleden vermoordt en de rest gevangen neemt.

De Hoop en De Liefde vinden elkaar op een eerder afgesproken plek voor de kust van Zuid-Amerika. De bemanningen zijn bijna gedecimeerd. Ook nog eens door gedoe met indianen. Beide schepen krijgen daarom elk een nieuwe kapitein. En ja, de grote vraag, waar moeten ze naartoe?

Aan boord veel goederen die in Japan aftrek zullen vinden. Dus hup, hijs de zeilen.

November 1599 wacht de grote oversteek. Hawaï dient als pitsstop waar een achttal mannen deserteren, waarna beide schepen hun tocht voortzetten. Een tyfoon in februari 1600 slaat ze uit elkaar. Tijdens die storm vergaat De Hoop met man en muis, waardoor na 19 maanden alleen De Liefde Japan weet te bereiken om precies te zijn het eilandje Kuroshima, in de baai van Usuki, op 19 april in 1900. Met schipper Jacob Quaeckernaeck en de Engelse stuurman William Adams.

De situatie aan boord is, ja, hoe zeg je dat voorzichtig, die is nogal beroerd. Slechts 24 van de oorspronkelijk 110 bemanningsleden leven nog. Niet meer dan vijf kunnen op eigen benen staan. Drie sterven een dag na aankomst in Japan, drie een paar dagen later.

Al snel nemen de Japanners bij het schip een kijkje. Ze zijn vooral nieuwsgierig naar de handelsgoederen. Onder meer wol, spiegels, nagels, ijzer, hamers, 19 bronzen kanonnen, 5000 kanonskogels en 500 musketten.

Een Portugese missionaris -de Portugezen zijn al eerder in Japan geland- beschuldigt de bemanning van piraterij. Kruisigen, die handel, zegt hij. Want ja, Portugal en Spanje zijn één, en met Spanje is Nederland in oorlog.

De Japanse shogun besluit anders. Hij beziet de protestantse Nederlanders als een welkom tegenwicht tegenover de katholieke Portugezen. Het schip (dat even later zinkt onder Japanse vlag) en de Nederlandse wapens kan hij goed gebruiken. Dus laat hij de Hollanders leven. Vooral omdat die in zijn land niet het woord opdringen, zoals de Portugezen eerder, nee, het gaat ze puur om de handel. Het doet de shogun inzien dat je ook met Europeanen handelt kunt drijven, zonder opdringerige Europese priesters, en dat vindt hij een fijn idee

In 1605 schenken de Japanners een jonk aan de Nederlanders, die naar hun thuisland willen terugkeren. Met aan boord schipper Quaeckernaeck. Hij heeft een brief bij zich waarin de shogun ons land uitnodigt een handelspost in Japan op te richten. Op de Molukken voegt Quackernaeck zich bij de Nederlandse vloot die vecht tegen de Portugezen. Hij zal die strijd niet overleven.

Anderen blijven in Japan. Waaronder de Brit William Adams en de koopman Jan Joosten van Lodensteyn. Hij trouwt met een Japanse vrouw en gaat een belangrijke rol vervullen in de handelsrelaties tussen Nederland en Japan. Want de brief van de shogun komt wel in handen van Prins Maurits van Oranje. Die schrijft de Japanse vorst terug. Het is het begin van de handel van de VOC met Japan en een lange handelsrelatie tussen beide landen, die begint bij de eerste Nederlandse handelspost op het eiland Hirado in 1609.

Het is De Liefde die Nederland en Japan dichter bij elkaar brengt.

Dat is niet zo vreemd, want liefde is sterker dan hoop, geloof, trouw en een blijde boodschap.

Vaar dus altijd op liefde, of je nou in sales, marketing of content zit, want dat alleen levert je winst. Op de lange termijn.

Make love, not content.

[kader]

Op de versierde spiegel van De Liefde, zeg maar de kont van het schip, staat een houten beeld van Erasmus -het schip draagt oorspronkelijk zijn naam. Van De Liefde is weinig bewaard gebleven, behalve dat hekbeeld. Je kunt het bekijken in het Nationaal Museum van Tokio. In Japan geldt het als symbool voor de geschiedenis van de handelsrelatie met Nederland. Op Kuroshima staat een replica van het beeld en een schaalmodel van het galjoen De Liefde. In het Japanse themapark Huis Ten Bosch vind je een 1 op1 replica van datzelfde schip. De reis van De Liefde, met alles wat de bemanningsleden daarna in Japan overkomt, daarover schrijft James Clavell de roman Shogun. Hij noemde het schip trouwens de Erasmus.