Vind je tennisbal.
Niks vind je passie. Ga op zoek naar je tennisbal. Kun je die toch niet vinden? Schrijf dan die ene zin waarin je superpowers, interesses en hogere doel samenballen.
Waarom doe jij wat je doet.
Ik ken genoeg
ondernemers en zzp’ers die de hele dag met van alles bezig zijn. Maar waarom ze
dat eigenlijk doen, nee, zeggen ze, terwijl ze me beduusd aankijken, geen flauw
benul eigenlijk. Ze hebben -gewoon- een productidee of een nieuwe dienst die ze
willen vermarkten. Omdat ze hopen dat er een publiek is voor hun ding, that’s
it.
Als ik diezelfde
zzp’er of startupper na een jaar of anderhalf weer tegenkom, nee, grommelen ze,
het is niet gelukt, terwijl ze een hond uitlaten of op een bankje over een stil
water turen.
Wat wil je nou
echt, vraag ik dan. Waar gaat je hart nou echt sneller van kloppen.
Die blik die ik dan
terugkrijg, vertwijfeling, onvermogen.
Dat gevoel zat ook
verstopt in de ooghoeken van mijn oudste dochter. Zij wist al ver voor haar
Havo-examen niet wat ze daarna moest doen, en dat wist ze ook niet na haar diploma-uitreiking.
Zie ook maar eens een vervolgopleiding te kiezen uit die alsmaar dikkere
studiegidsen.
Een zinnetje hield ik in ieder geval voor mij
toen ze mij aankeek: ‘Volg je passie.’
Het is een leeg advies. Als je niet weet wat je
passie is, hoe moet je die dan volgen. Passie is bovendien niet iets dat je
volgt. Passie is iets dat jou volgt als je iets doet wat je leuk vindt.
Volg liever je
nieuwsgierigheid. Die kan leiden naar een passie en daarmee kan je aan de slag.
Dat is ook wat mijn
oudste dochter deed; zij heeft zich ingeschreven voor een studie fotografie bij
een kunstopleiding.
Een beter advies om
naar te luisteren: vind je tennisbal. Bedacht door Drew Houston, oprichter van
Dropdox.
Hij zei: "De
gelukkigste en meest succesvolle mensen die ik ken, houden niet alleen van wat
ze doen, nee, ze zijn geobsedeerd door het oplossen van een belangrijk
probleem, iets dat belangrijk voor hen is. Ze doen me denken aan een hond die
achter een tennisbal aanzit: zijn ogen staan ineens een beetje gek, de riem
knapt en hij gaat er vandoor, ploeterend door alles wat in de weg staat. Het
gaat niet over jezelf pushen. Het gaat erom je tennisbal te vinden, het ding
dat je trekt."
Ik heb zelf geen
hond, maar ik ken te veel mensen die met tennisbal en ballenwerperstok door een
park of over een strand lopen, hup, daar suist weer een tennisbal door de lucht
en gaat die hazewindt die hond weer, niet een keer, niet tien keer, Tarzan
blijft achter die tennisbal aanrennen en slaafs terugbrengen, totdat zijn
baasje denkt, nou ben ik er wel klaar mee, het is klote weer, ik wil een
glaasje whisky bij de openhaard, dus kom op Tarzan, naar binnen, met die
bemodderde slijmnatplakkerige tennisbal van je.
Om die tennisbal te
vinden, stel jezelf drie vragen. Wat zijn je sterke punten, wat zijn je
interesses en wat is je doel. Aldus Warren Berger in ‘The Book of Beautiful
Questions’.
Eerst maar eens die
sterke punten, je signature powers, zoals een chef een signature dish heeft. Een
gerecht dat fungeert als zijn handtekening en waarin hij het allerbeste van
zichzelf toont.
Schrijf ze op, al
die momenten waarop jij op je allerbest was. Was je creatief, vriendelijk of
sociaal? Hield je overzicht? Was je onpartijdig en diplomatiek?
Als je weet wat je
superpowers zijn, duik je in de volgende vraag: waarin ben ik echt
geïnteresseerd; wat houdt mij bezig; wat maakt mij gelukkig; wat vind ik leuk
om steeds weer te doen.
Mijn vrouw
worstelde -lang geleden alweer- met haar baan. Zij werkte op de
productieafdeling van een filmproductiemaatschappij, en de sfeer op de set van
de televisieseries waarvoor ze werkte, nee, die beviel steeds minder.
Ik vroeg haar wat
zij het liefste deed toen zij tien jaar was. Dat is een moment waarop je nog niet
bent beïnvloed door schoolcijfers, bemoeizuchtige ouders en keuzes van vrienden
en vriendinnen.
Het is een advies
dat ik al jaren aan iedereen geef en zeker, ik
kan dat ook mijzelf herladen.
1973, Heerenveen,
ik maakte tijdschriften, schreef verhaaltjes, stond graag op de planken. Totdat
ik jaren later op de middelbare school besloot dat ik een studie fysiotherapie
moest doen. Waarom? Geen idee. Ik zat in de derde van de HAVO en moest een
vakkenpakket kiezen, en misschien kwam het door die leuke fysio die ik had na een
klein ongelukje tijdens de gymles op school.
Een logischer
verklaring: mijn vriendjes kozen alle bètavakken, dus ja, ik ook. En
vriendinnetjes vertelden me dat ik zo lekker kon masseren, met die
worstenvingertjes van me -dat laatste zeiden ze er niet hardop bij.
Mijn vrouw? Die
restylede als tienjarige wekelijks haar slaapkamer en tekende vaak kippetjes in
de oven, waarop ik opperde dat zij misschien foodstyliste moest worden. Zij
keek me raar aan, dacht iets te hard, waar bemoei jij je mee, ging rustig
verder met haar productiewerk en je raadt het al. Een jaar later volgde zij een
stage bij een foodstylist en dat werk doet zij nog steeds met heel veel plezier.
Maak een lijstje
van de dingen die je leuk vond als tienjarige. Kijk wat nog steeds bij je
resoneert. Misschien moet je voor een paar van die aloude voorliefdes een
nieuwe versie vinden. Ik bedoel, met autootjes spelen, dat vond ik leuk, niet
omdat ik een carrière als F1-coureur ambieerde, nee, dat betekende iets anders
voor mij. Het voedde mijn fantasie. Ik bedacht allerlei races, maakte met draad
en punaises een racebaan op de rieten tegels op mijn slaapkamer, en
becommentarieerde luidop wat daar gebeurde.
Ook een goede vraag
om achter je interesses te komen, zegt Berger: ‘Wat doet je eten vergeten’.
Ik heb dat terwijl
ik aan deze nieuwsbrief werk. Dan zit ik een flow, ben ik gefocust op de
letters, de cursor en de woorden die op mijn scherm verschijnen, en niemand die
me daaruit kan halen. Gisteren kwam mijn jongste dochter naar me toe, en vroeg,
pap, hoor je mama niet, zij heeft je al drie keer geroepen.
Een vader van een
meisje uit haar hockeyteam vertelde me dat hij in zijn jonge jaren graag oude
computers sloopte en weer in elkaar zette. Hij kwam terecht op Nyenrode en
belandde als partner bij een grote consultancy. Datzelfde onderdompelgevoel uit
zijn jeugd voelde hij opnieuw als hij collega’s bij kletste over de laatste
IT-ontwikkelingen. Hij is nu IT-adviseur.
Wat die flow of
onderdompeling ook is, kijk niet echt letterlijk naar wat je deed, maar naar de
emotie, de drive die daarachter verborgen ligt. Die kun je vaak makkelijk
elders toepassen.
Okay.
Je superpowers, vinkje
Je natuurlijke
interesses, vinkje.
Dan het laatste
onderdeeltje van je tennisbal. En voor het antwoord op die vraag moet je jezelf
de vraag stelen: hoe kan ik bijdragen aan iets dat groter is dan mijzelf. Hoe
zou ik de wereld willen veranderen. Welke shit kan ik helpen oplossen. Hoe kan
ik anderen helpen.
Natuurlijk, even
pas op de plaats. We heten niet allemaal Gandhi, Martin Luther King of Greta
Thunberg. Je hoeft je ook niet te storten op een purpose met de hoofdletter P.,
het oplossen van de klimaatcrisis of de armoede in de wereld. Dat hogere doel
kan zich ook binnen een kleine letter p manifesteren. Maak daarom je vraag iets
kleiner. ‘Als ik vandaag niet naar mijn werk ga, klapt dan de boel in elkaar?
En mocht dat gebeuren, wat is dat dan? Want dat is dan jouw bijdrage. Zo maak
jij het verschil. En dat mooie idee van mij. Als ik morgen als zzp’er of
ondernemers zou stoppen, is er dan iemand die dat mist?
Heb je ze alle
drie? Je sterke punten, je interesses en je doel?
Combineer die drie
en je hebt de formule voor de zoektocht naar je tennisbal.
Hoe kan ik mijn
sterkte punten toepassen binnen een streven dat mij van oudsher interesseert en
waarbij ik anderen kan helpen.
Realiseer je wel,
dit gaat niet vanzelf. Het antwoord vinden op die vraag kost tijd. En die
tennisbal oogt alsmaar smeriger, hoe vaker je erachter aanrent, en zeker, al
dat heen-en-weer geren ga je flink in je benen voelen. Velen laten die
tennisbal na een tijd dan ook liggen of smijten die boos in de struiken. Weg
ermee, toedeledokie. Het lukt niet, ik kan het niet, dus het zal wel niet mijn
passie zijn.
Misschien dat dit
helpt.
In maart 1962 geeft
Clare Boothe Luce, een van de eerste vrouwen in het Amerikaanse congres, een
advies aan president John F. Kennedy. ‘Een geweldige man kun je samenvatten in
een zin’, zegt ze. Die van Abraham Lincoln luidt: 'Hij behield de unie en
bevrijdde de slaven.' Die van Franklin Roosevelt: 'Hij tilde ons uit een grote
depressie en hielp ons een wereldoorlog te winnen.’ Kennedy bemoeit zich in
haar ogen met zoveel dingen tegelijk, dat zijn leven niet in een zin, maar in
een warrige bladzijde lijkt te ontaarden. Dus zegt ze tegen JFK: ‘Ik vraag mij
af met welke zin ik u zal typeren als ik hier de deur uitloop’.
Iemand met een
duidelijk en sterk doel kun je omschrijven in een zin. Duidelijk, beknopt en
direct. Zonder afleidingen of dwarrelingen naar links, rechts of omhoog. In zo’n zin wil je jouw
streven overbrengen, en jij doet er alles aan om dat te bereiken. Noem het een
persoonlijke merkbelofte. Je persoonlijke missie.
Probeer maar eens.
Hoe wil dat mensen je herinneren? Wat vind je belangrijk. Welke verandering wil
je losmaken.
Als je nadenkt over
de zin van jouw leven, over je purpose, over je missie, dan kun je het beste
beginnen met de vraag: hoe luidt mijn zin. Het antwoord vormt het fundament van
je doen, van je ‘over ons’ en van de verhalen van je blog, nieuwsbrief,
platform of andere hub. Want jouw zin maakt je uniek en bijzonder. Jouw
zin is je tennisbal.
Make love not
content.