Vind je tennisbal.

Niks vind je passie. Ga op zoek naar je tennisbal. Kun je die toch niet vinden? Schrijf dan die ene zin waarin je superpowers, interesses en hogere doel samenballen.

schedule 2 feb 2023
bookmark_border Storytelling
create

Waarom doe jij wat je doet.

Ik ken genoeg ondernemers en zzp’ers die de hele dag met van alles bezig zijn. Maar waarom ze dat eigenlijk doen, nee, zeggen ze, terwijl ze me beduusd aankijken, geen flauw benul eigenlijk. Ze hebben -gewoon- een productidee of een nieuwe dienst die ze willen vermarkten. Omdat ze hopen dat er een publiek is voor hun ding, that’s it.

Als ik diezelfde zzp’er of startupper na een jaar of anderhalf weer tegenkom, nee, grommelen ze, het is niet gelukt, terwijl ze een hond uitlaten of op een bankje over een stil water turen.

Wat wil je nou echt, vraag ik dan. Waar gaat je hart nou echt sneller van kloppen.

Die blik die ik dan terugkrijg, vertwijfeling, onvermogen.

Dat gevoel zat ook verstopt in de ooghoeken van mijn oudste dochter. Zij wist al ver voor haar Havo-examen niet wat ze daarna moest doen, en dat wist ze ook niet na haar diploma-uitreiking. Zie ook maar eens een vervolgopleiding te kiezen uit die alsmaar dikkere studiegidsen.

Een zinnetje hield ik in ieder geval voor mij toen ze mij aankeek: ‘Volg je passie.’ Het is een leeg advies. Als je niet weet wat je passie is, hoe moet je die dan volgen. Passie is bovendien niet iets dat je volgt. Passie is iets dat jou volgt als je iets doet wat je leuk vindt.

Volg liever je nieuwsgierigheid. Die kan leiden naar een passie en daarmee kan je aan de slag.

Dat is ook wat mijn oudste dochter deed; zij heeft zich ingeschreven voor een studie fotografie bij een kunstopleiding.

Een beter advies om naar te luisteren: vind je tennisbal. Bedacht door Drew Houston, oprichter van Dropdox.

Hij zei: "De gelukkigste en meest succesvolle mensen die ik ken, houden niet alleen van wat ze doen, nee, ze zijn geobsedeerd door het oplossen van een belangrijk probleem, iets dat belangrijk voor hen is. Ze doen me denken aan een hond die achter een tennisbal aanzit: zijn ogen staan ineens een beetje gek, de riem knapt en hij gaat er vandoor, ploeterend door alles wat in de weg staat. Het gaat niet over jezelf pushen. Het gaat erom je tennisbal te vinden, het ding dat je trekt."

Ik heb zelf geen hond, maar ik ken te veel mensen die met tennisbal en ballenwerperstok door een park of over een strand lopen, hup, daar suist weer een tennisbal door de lucht en gaat die hazewindt die hond weer, niet een keer, niet tien keer, Tarzan blijft achter die tennisbal aanrennen en slaafs terugbrengen, totdat zijn baasje denkt, nou ben ik er wel klaar mee, het is klote weer, ik wil een glaasje whisky bij de openhaard, dus kom op Tarzan, naar binnen, met die bemodderde slijmnatplakkerige tennisbal van je.

Om die tennisbal te vinden, stel jezelf drie vragen. Wat zijn je sterke punten, wat zijn je interesses en wat is je doel. Aldus Warren Berger in ‘The Book of Beautiful Questions’.

Eerst maar eens die sterke punten, je signature powers, zoals een chef een signature dish heeft. Een gerecht dat fungeert als zijn handtekening en waarin hij het allerbeste van zichzelf toont.

Schrijf ze op, al die momenten waarop jij op je allerbest was. Was je creatief, vriendelijk of sociaal? Hield je overzicht? Was je onpartijdig en diplomatiek?

Als je weet wat je superpowers zijn, duik je in de volgende vraag: waarin ben ik echt geïnteresseerd; wat houdt mij bezig; wat maakt mij gelukkig; wat vind ik leuk om steeds weer te doen.

Mijn vrouw worstelde -lang geleden alweer- met haar baan. Zij werkte op de productieafdeling van een filmproductiemaatschappij, en de sfeer op de set van de televisieseries waarvoor ze werkte, nee, die beviel steeds minder.

Ik vroeg haar wat zij het liefste deed toen zij tien jaar was. Dat is een moment waarop je nog niet bent beïnvloed door schoolcijfers, bemoeizuchtige ouders en keuzes van vrienden en vriendinnen.

Het is een advies dat ik al jaren aan iedereen geef en zeker, ik kan dat ook mijzelf herladen.

1973, Heerenveen, ik maakte tijdschriften, schreef verhaaltjes, stond graag op de planken. Totdat ik jaren later op de middelbare school besloot dat ik een studie fysiotherapie moest doen. Waarom? Geen idee. Ik zat in de derde van de HAVO en moest een vakkenpakket kiezen, en misschien kwam het door die leuke fysio die ik had na een klein ongelukje tijdens de gymles op school.


Een logischer verklaring: mijn vriendjes kozen alle bètavakken, dus ja, ik ook. En vriendinnetjes vertelden me dat ik zo lekker kon masseren, met die worstenvingertjes van me -dat laatste zeiden ze er niet hardop bij.

Mijn vrouw? Die restylede als tienjarige wekelijks haar slaapkamer en tekende vaak kippetjes in de oven, waarop ik opperde dat zij misschien foodstyliste moest worden. Zij keek me raar aan, dacht iets te hard, waar bemoei jij je mee, ging rustig verder met haar productiewerk en je raadt het al. Een jaar later volgde zij een stage bij een foodstylist en dat werk doet zij nog steeds met heel veel plezier.

Maak een lijstje van de dingen die je leuk vond als tienjarige. Kijk wat nog steeds bij je resoneert. Misschien moet je voor een paar van die aloude voorliefdes een nieuwe versie vinden. Ik bedoel, met autootjes spelen, dat vond ik leuk, niet omdat ik een carrière als F1-coureur ambieerde, nee, dat betekende iets anders voor mij. Het voedde mijn fantasie. Ik bedacht allerlei races, maakte met draad en punaises een racebaan op de rieten tegels op mijn slaapkamer, en becommentarieerde luidop wat daar gebeurde.

Ook een goede vraag om achter je interesses te komen, zegt Berger: ‘Wat doet je eten vergeten’.

Ik heb dat terwijl ik aan deze nieuwsbrief werk. Dan zit ik een flow, ben ik gefocust op de letters, de cursor en de woorden die op mijn scherm verschijnen, en niemand die me daaruit kan halen. Gisteren kwam mijn jongste dochter naar me toe, en vroeg, pap, hoor je mama niet, zij heeft je al drie keer geroepen.

Een vader van een meisje uit haar hockeyteam vertelde me dat hij in zijn jonge jaren graag oude computers sloopte en weer in elkaar zette. Hij kwam terecht op Nyenrode en belandde als partner bij een grote consultancy. Datzelfde onderdompelgevoel uit zijn jeugd voelde hij opnieuw als hij collega’s bij kletste over de laatste IT-ontwikkelingen. Hij is nu IT-adviseur.

Wat die flow of onderdompeling ook is, kijk niet echt letterlijk naar wat je deed, maar naar de emotie, de drive die daarachter verborgen ligt. Die kun je vaak makkelijk elders toepassen.

Okay.

Je superpowers, vinkje
Je natuurlijke interesses, vinkje.

Dan het laatste onderdeeltje van je tennisbal. En voor het antwoord op die vraag moet je jezelf de vraag stelen: hoe kan ik bijdragen aan iets dat groter is dan mijzelf. Hoe zou ik de wereld willen veranderen. Welke shit kan ik helpen oplossen. Hoe kan ik anderen helpen.

Natuurlijk, even pas op de plaats. We heten niet allemaal Gandhi, Martin Luther King of Greta Thunberg. Je hoeft je ook niet te storten op een purpose met de hoofdletter P., het oplossen van de klimaatcrisis of de armoede in de wereld. Dat hogere doel kan zich ook binnen een kleine letter p manifesteren. Maak daarom je vraag iets kleiner. ‘Als ik vandaag niet naar mijn werk ga, klapt dan de boel in elkaar? En mocht dat gebeuren, wat is dat dan? Want dat is dan jouw bijdrage. Zo maak jij het verschil. En dat mooie idee van mij. Als ik morgen als zzp’er of ondernemers zou stoppen, is er dan iemand die dat mist?

Heb je ze alle drie? Je sterke punten, je interesses en je doel?
Combineer die drie en je hebt de formule voor de zoektocht naar je tennisbal.

Hoe kan ik mijn sterkte punten toepassen binnen een streven dat mij van oudsher interesseert en waarbij ik anderen kan helpen.

Realiseer je wel, dit gaat niet vanzelf. Het antwoord vinden op die vraag kost tijd. En die tennisbal oogt alsmaar smeriger, hoe vaker je erachter aanrent, en zeker, al dat heen-en-weer geren ga je flink in je benen voelen. Velen laten die tennisbal na een tijd dan ook liggen of smijten die boos in de struiken. Weg ermee, toedeledokie. Het lukt niet, ik kan het niet, dus het zal wel niet mijn passie zijn.

Misschien dat dit helpt.

In maart 1962 geeft Clare Boothe Luce, een van de eerste vrouwen in het Amerikaanse congres, een advies aan president John F. Kennedy. ‘Een geweldige man kun je samenvatten in een zin’, zegt ze. Die van Abraham Lincoln luidt: 'Hij behield de unie en bevrijdde de slaven.' Die van Franklin Roosevelt: 'Hij tilde ons uit een grote depressie en hielp ons een wereldoorlog te winnen.’ Kennedy bemoeit zich in haar ogen met zoveel dingen tegelijk, dat zijn leven niet in een zin, maar in een warrige bladzijde lijkt te ontaarden. Dus zegt ze tegen JFK: ‘Ik vraag mij af met welke zin ik u zal typeren als ik hier de deur uitloop’.

Iemand met een duidelijk en sterk doel kun je omschrijven in een zin. Duidelijk, beknopt en direct. Zonder afleidingen of dwarrelingen naar links, rechts of omhoog. In zo’n zin wil je jouw streven overbrengen, en jij doet er alles aan om dat te bereiken. Noem het een persoonlijke merkbelofte. Je persoonlijke missie.

Probeer maar eens. Hoe wil dat mensen je herinneren? Wat vind je belangrijk. Welke verandering wil je losmaken.

Als je nadenkt over de zin van jouw leven, over je purpose, over je missie, dan kun je het beste beginnen met de vraag: hoe luidt mijn zin. Het antwoord vormt het fundament van je doen, van je ‘over ons’ en van de verhalen van je blog, nieuwsbrief, platform of andere hub. Want jouw zin maakt je uniek en bijzonder. Jouw zin is je tennisbal.

Make love not content.