Liefde is de Baas. Contentmarketing volgens Typhoon
Wees menselijk, eerlijk en oprecht. Verspreid liefde. Want als je zelf geen lobi voelt voor je verhalen, zullen ook anderen die niet voelen. Wat contentmarketeers kunnen leren van de meest bevlogen rapper van ons land.
‘Die mijnheer moet wel heel lief zijn’, zei mijn tienjarige dochter na afloop van het concert van Typhoon. Ze gloeide nog een beetje na van het optreden in de Heineken Music Hall dat bijna drie uur had geduurd, en dat ook haar van het begin tot het einde bleef boeien.
Haar reactie vertelde alles over wat Typhoon had weten over te brengen. Lobi Da Basi, Surinaams voor Liefde is de baas. Niet die Universal-variant, maar echte liefde. Voor muziek, voor je omgeving en familie, voor je roots, voor die ander en vooral ook voor jezelf, voor het goddelijke en dat minder prettige in je.
Ook mijn dochter begreep het, alhoewel zij Typhoon slechts kende van de nummers ‘Liefste’ en ‘Hemel Valt’ die ik op onze laatste zomervakantie-cd heb staan en die voor haar en haar zusje in de auto op play blijft staan –ja, mijn auto heeft nog een cd-speler in het dashboard.
Terwijl we op het perron van Amsterdam Bijlmer Arena op de metro wachtten: ‘Echt pap, ik verstond lang niet alles wat hij zong enzo, maar zoals hij op dat podium stond, en tussendoor verhaaltjes vertelde, ik hoorde het wel, en dat was heel echt en heel mooi.’
Opgezwolle
Heel echt en heel mooi. Het slotakkoord van de Lobi Da Basi-tour van Typhoon liet ook mij niet los. De hele muziekcarrière van Typhoon, alias Glen de Randamie, kwam erin voorbij. Met alle strubbelingen, worstelingen en overwinningen, incluis de mensen en artiesten die daarbij horen.
Een korte bio, voor de niet kenners. Glen de Randamie (1984) groeit op in ’t Harde, yep, de Veluwse bible belt. Tot zijn 15e gaat hij elke zondag naar de kerk, zoals dat hoort volgens zijn diepgelovige protestant-christelijke moeder. Uit een muzikale familie komt hij. Zijn vader speelde gitaar en saxofoon, moeder zong in een koor. Dat blijkt besmettelijk. Zijn twee broers rappen en zijn zus zingt R&B. In hetzelfde jaar dat hij de Grote Prijs van Nederland wint in de categorie R&B-Hiphop behaalt hij in Zwolle zijn vwo-diploma.
Hij rapt dan al een tijdje als vijftienjarige benjamin in de band Rudeteenz die uitgroeit tot de bekende rapformatie Opgezwolle. Drie jaar later rapt hij zijn eigen nummers, maar blijft ook optreden met Opgezwolle en andere rappers uit Zwolle dat lange tijd bekend staat als de hiphophoofdstad van ons land.
Ook treedt hij toe tot de hiphopcrew Fakkelbrigade, zeg maar de follow-up van Opgezwolle, en treedt hij op met tal van andere rappers en artiesten. Vandaar in de Heineken Music Hall het nummer ‘Spuugdingen op de mic’ van Opgezwolle, vandaar het Fakkelbrigade-anthem ‘Koning, Keizer, Admiraal’, vandaar ‘Hoedenplank’ van Sticks. Zijn amigo Freez mag zijn nieuwe liedje zingen, broers Kevin (Blaxtar) en Earl (O-Dog) springen regelmatig op het podium, en op een gegeven moment staat met zus en R&B zangeres Sharon (Dinopha) bijkans de hele familie op het podium.
Het kwam in de Heineken Music Hall allemaal aan, het landde en bleef onder mijn huid zitten, alhoewel veel teksten me door de slechte akoestiek niet echt bereikten. De performance van Typhoon, die fantastisch band, het bleef mij het hele weekend bezighouden en ik denk dat veel contentmarketeers van Typhoon kunnen leren.
1. Liefde voor verhalen
Dat begint natuurlijk met dat Lobi Da Basi zelf, dat alles is liefde. Je moet als contentmarketeer liefde voelen voor het maken van verhalen. Immers, als je wilt dat je audience van je verhalen gaat houden, moet je eerst zelf van die verhalen houden. Als je wilt dat mensen je geloven, zul je eerst in jezelf moeten geloven.
Zoals de Romeinse dichter Horatius het zei: ‘Als je de lezer wilt raken, moet je eerst zelf geraakt zijn.’
Als je mensen wilt ontroeren, moet je ook zelf ontroerd zijn. Als je wilt dat mensen om je grap kunnen lachen, moet je er ook zelf om kunnen lachen.
Jij zelf bepaalt wat er met je verhalen gebeurt. Als jij die niet zelf gelooft, geloven anderen die ook niet.
Recent tijdens de tiende editie van de Content Club kwam spreker Tristan Lavender, global content marketing manager bij Raet, met een soortgelijke opmerking, en daarbij was hij zo vrij een quote uit mijn boek te citeren. ‘Cor zegt dat content geen king, maar lakei is. Dat die dienstbaar moet zijn. Maar je content kan pas lakei zijn, als je dat zelf ook bent’. Oftewel, als je service niet in je genen hebt zitten, heeft het maken van dienstbare verhalen ook geen zin. Dan zijn die niet geloofwaardig, benadrukte Lavender. Lekker ook als je linksom je audience verleidt met informatie en inspiratie, maar rechtsom van je customer service een puinhoop maakt. Het gaat dan ook niet om die verhalen zelf, maar om de mensen die ze maken.
Zonder liefde voor het vertellen van die verhalen, zonder liefde voor hun audience, zonder liefde voor dat dienen, nee, wordt dat niks. Liefde is de baas.
O ja, Typhoon heeft liefde voor zijn audience. Hij liet hij die tijdens zijn feest als confetti op een ieder neder dalen. Hij voelde ook liefde terug, zei hij. Was dankbaar voor al het enthousiasme dat hij voelde, dankbaar dat we met 6000 mensen naar hem waren gekomen die avond, dankbaar dat we naar hem kwamen luisteren, hij kreeg liefde terug uit de zaal, en je kunt pas krijgen als je kunt geven.
2. Open je voor je publiek
Foto: Ferdy Damman
Typhoon is geen artiest die vanaf het podium tegen zijn audience praat. Hij is geen zender, hij luistert naar zijn publiek en probeerde dat zoveel mogelijk bij zijn optreden te betrekken. Niet dat hij als een moderne Stan Haag aan een stuk verzoeknummers speelt, nee, hij opent zichzelf voor zijn audience, wil één met hen worden, letterlijk één wanneer hij zich, bijna aan het eind van het concert, in het publiek werpt en zich door de zaal laat dragen. Dat doe je alleen als jij je audience vertrouwt, en als jouw publiek jou ook echt op handen wil dragen.
3. Vertel
Deel verhalen. Over het product of de dienst die je voor je audience maakt. Typhoon vertelde achtergrondverhalen over zijn songs. Over hoe hij is gekomen waar hij is gekomen. Want een product of dienst maken staat niet op zichzelf. Daarachter schuilen verhalen, tal van verhalen. Of je het nou hebt over een raptekst, spijkerbroek, software oplossing of hogedrukspuit.
4. Emoties
In de verhalen tussen de nummer door verhaalt Typhoon over zijn strubbelingen en gevoelens. Over dat hij niet wist welke kant hij met zijn muziek op moest, over zijn stukgelopen relatie die zichtbaar pijn blijft doen, over die goede vriend die er vanavond niet meer bij kon zijn en aan wie hij met traansporen op zijn wangen zijn grote hitsingle opdroeg waarna het nummer ‘Zandloper’ volgde dat de dood juist uitdaagt. Van de ene emotie naar de andere, zei hij, het is soms lastig. Maar het mag, en het klopt, omdat het eerlijk en oprecht is. Omdat hij het vol overgave en passie doet.
5. Menselijk
Foto: Ferdy Damman
Typhoon snijdt grote thema’s aan. Dood, liefde, religie, slavernij, noem het maar, maar nergens klinkt het pathetisch, omdat hij het klein houdt, omdat hij de onderwerpen op zichzelf betrekt, omdat hij die grote thema’s herkenbaar voor zijn audience maakt.
Hij is geen gangster rapper van yo brother dit en yo fucking dat, noch iemand die lijkt te rappen om het rappen. Voor hem is dat een manier om zich te uiten via taal, zijn verhalen te vertellen; in alle teksten gaat over zijn leven, zijn onzekerheden, zijn liefdes en gevoelens. En dat doet hij passievol op blote voeten, om het contact met de aarde niet te verliezen, want hij zou eens van God los kunnen geraken, en altijd in korte broek en korte mouwen. Het liefst nog zou hij al zijn kleren op het podium uitdoen, heeft hij eens gezegd, fraai metafoor over hoe hij zichzelf bloot geeft. Op het podium staat dan ook niet alleen de zanger Typhoon, maar vooral de mens Glenn De Randamie, geen hardcore polderbrother uit da hood, maar nog altijd dat stotterende jongetje uit het Veluwse dorp ’t Harde, ja, hij stottert, een rapper met een spraakgebrek, hoe humoristisch kan de Schepper zijn, hoeveel menselijker kan je een rapper maken.
6. Centraal thema
Open zijn site, en dan lees je onder about: ‘Liefde. Voor jou. Omdat je mij en mijn vrienden hier op komt zoeken. Lobi da Basi, we zijn er!’
Uit al zijn teksten klinkt dezelfde boodschap. Niks geen brag ’n boast-gebrul over bling bling, pimps en bitches, nee, bij Typhoon draait het om liefde.
Om lobi voor het leven, voor muziek, voor zijn roots, voor anderen en vooral ook voor jezelf, wie je ook bent, en wat je ook doet. En daarin durft hij zich heel kwetsbaar op te stellen. Lijkt hij meer een dichter dan een zanger, meer een filosoof dan een rapper. Feest en diepgang, energie en sensitiviteit vloeien bij hem tijdens het optreden vanzelfsprekend ineen.
7. Niet meer verhalen, maar verhalen die meer doen
Foto: Ferdy Damman
Tussen zijn debuut ‘Tussen Licht en Lucht’ uit 2007 en ‘Loba Da Basi’ lag een periode van zeven jaar. In 2010 was hij al met die tweede plaat begonnen, vol goede ideeën, maar zijn lichaam wilde niet meer. Hij was door al het touren oververmoeid. Zijn lijf stond op shutdown, zijn ledematen luisterden niet meer. En ja, dat die relatie uit was gegaan, hielp ook niet echt. In interviews heeft hij dat vaak gezegd: hij was teveel bezig geweest met de muzikant Typhoon, en te weinig met de mens Glenn. Het evenwicht was weg. Er kwam geen zinvolle tekst meer uit zijn pen. De verhalen waren op. Dus ging Typhoon op zoek naar verhalen. Begon hij een reis door zichzelf en over de wereld, van Terschelling en Brazilië tot Australië op zoek naar nieuwe muziekstijlen ook. Pas toen hij genoeg informatie en kennis had verzameld, kwam die overdonderende plaat die werkelijk is overladen met prijzen en juichrecensies.
Het gaat er dus niet om altijd maar wat te roepen en er te zijn. Durf daarom af en toe onzichtbaar te zijn en te zwijgen om pas te spreken wanneer je echt iets te vertellen hebt.
Liefste
Ik zie hem nog staan. Tevreden overzag Typhoon de volle zaal. ‘Met hiphop twee keer de HMN uitverkocht’, lachte hij. Even later bedankte zijn broer en sidekick vooral al die mensen ‘die eigenlijk niet van hiphop houden, maar denken, die Typhoon heeft wel gelijk.’ En die mensen wisten precies waardoor dat gelijk kwam. Door zijn echtheid, door zijn mooiheid.
Met mijn dochter reed ik met de metro terug richting stad, met al die anderen die ook naar de Heineken Music Hall, Ziggo Dome of Pathé waren geweest. En ja, waarom niet, ik probeerde het gewoon, dus begon ik heel voorzichtig de eindmelodie van zijn nummer ‘Liefste’ te zingen waarmee Typhoon zijn tour, het slotakkoord van zijn tour, had afgesloten, en ja, de drie jongens naast me begonnen voorzichtig met me mee te zingen, steeds harder, en toen ook een groepje ietsje verderop en daarna nog een paar mensen nog verder weg en heel even golfde het door de hele metro, door het donker op weg naar het licht.
Hupsasa bandje
Dan wacht de zaal, wakker gehouden door een te vrolijk hupsasa-bandje, en begint Sinek zijn verhaal, gebaseerd op zijn nieuwste boek, over onder meer het verband tussen hormonen en goed leiderschap, en nog veel meer.
Na afloop wacht een lunch, die voor velen voelt als een verlaat ontbijt. Tussen de broodjes en verse jus door gaat het over hormonen, cirkels en mobieltjes, want dat onderdeel van zijn verhaal maakte veel indruk. Over leiders die de hele tijd maar op hun mobieltje blijven gluren, terwijl ze tegelijk geen aandacht geven aan de mensen met wie ze in dezelfde ruimte zitten of in gesprek lijken, en dat is een ziekte waarvan velen last hebben, want we lijken met zijn allen verslaafd aan die mobiele telefoon. Schijnt ook iets met hormonen te maken te hebben.
‘Ik ga vanmiddag ‘sorry’, tegen mijn collega’s zeggen, en draag mijn mobieltje niet meer bij me als ik met hen praat, want dan is het inderdaad net alsof ik niet echt voor hen open sta’, vertelt Antje Meindersma die samen met Martine Hamminga, ook van SMC050, naar Zwolle is afgereisd. Alleen hun SMC050-maatje Jarno Duursma ontbreekt. “Die wilde niet mee”, vertelt Hamminga, “want kende het verhaal van Sinek al, zei hij, maar ja, volgens mij ben je nooit uitgeleerd.” En verdorie, daar gaat ook haar mobieltje weer.
Cirkel met aureool
Ik groet en kus nog meer bekenden, en intussen gluren we naar beneden waar Sinek in de hal nog altijd onverdroten boeken signeert en het kokette rode rokje onrustig om hem heen cirkelt. Sinek blijft doen wat hij doet, even geduldig als bereidwillig, met voor iedereen tijd voor een selfie en weer een foto en nog een krabbeltje. Bewonderingswaardig. Bij een golden circle hoort kennelijk een aureool van rust. Die krijg je er daar gratis bij.
Dat was waarom ik die ochtend zo vroeg naar Zwolle was gereisd. Om die nimbus te voelen. Het goddelijke van dat helemaal in je Why zijn. Het moet een fantastisch gevoel zijn.