Likes en hashtags als het nieuwe doneren
Je hebt het filmpje van het Internationale Rode Kruisook gezien. Dat kan haast niet anders. Tenzij jij de afgelopen weken wifiloos vakantie hebt gevierd in een diepgroen regenwoud of op hoogtestage bent geweest in Pakistan.
Het is me ook een filmpje zeg. Wat een verhaal.
Een vader scheurt in de auto richting een ziekenhuis. Op de achterbank ligt zijn hevig bloedende dochter Raya. Ze spreken een taal die ik niet meteen kan thuisbrengen, maar gezien de war zone zou het zomaar Syrisch kunnen zijn.
Het meisje, och, dat arme meisje, lijdt verschrikkelijke pijnen en zakt alsmaar verder weg. Haar vader probeert haar wakker te houden, om te voorkomen dat zij hem definitief ontglipt. Eindelijk bereiken ze de stad, maar nee, vlak voordat ze bij het ziekenhuis zijn, stranden ze in een file.
Geen tijd om te wachten, besluit hij. Hij tilt zijn meisje van de achterbank en loopt verder, en als hij bij het ziekenhuis komt, ziet hij wat hij niet wil zien. Verbijstering en ongeloof vechten om voorrang in zijn ogen. Hij weet meteen dat zijn dochter zal sterven: het ziekenhuis is gebombardeerd.
Een ontluisterend beeld dat vervaagt in de pay off: ‘No hospitals. No hope. Every day, health workers are attacked in war zones. Healthcare is #NotATarget. Afzender: ICRC, International Committee of the Red Cross.
Het is een te aangrijpend filmpje. Een prachtig spotje van het Spaanse reclamebureau Sra.Rushmore. Fraai geacteerd en gemonteerd, opgenomen in Beiroet. Een verhaal dat zomaar waar kan zijn, en je daarom ook wilt geloven. Fictie bestaat bij de gratie van de werkelijkheid.
Maar toch, wat moet ik met dit filmpje. Ik ben bijkans door tranen geroerd -ook vader, twee dochters, eentje in de leeftijd van Raya. Wat beogen de makers, wat beoogt de ICRC.
Moet ik de hashtag en film delen om mijn verdriet af te kopen, opdat ik daarna weer ongestoord en blij baby-, katten en vakantiefoto’s duimpjes kan geven.
Ik volg het nieuws. Ik weet dat ziekenhuizen worden gebombardeerd in oorlogsgebieden. Onvoorstelbaar, zoals veel dingen tijdens oorlogen te onvoorstelbaar en vreselijk zijn. Maar wat kan ik daar vanuit Amsterdam tegen doen. Moet ik boven alle ziekenhuizen in war zoneseen valscherm spannen, opdat bommen en granaten terug naar de bommenwerpers stuiteren. Moet ik een protestmars richting VN beginnen of een demonstratie in Brussel houden? Een brief schrijven naar die gemene Assad dan misschien of hij alsjeblieft wil ophouden met het bombarderen van ziekenhuizen?
Wat kan ik doen?
Ik vroeg het aan Bas Welling van WE Films die het filmpje op LinkedIn had gedeeld. Maar hij reageerde niet. Wist het antwoord waarschijnlijk ook niet. Anderen reageerden bijna boos op mijn vraag. Wat ik moest doen, was toch duidelijk? Doneren aan het Rode Kruis. En ze gingen ongebreideld verder met het prijzen van het filmpje. ‘Enorm heftig, wat zijn we bevoorrecht’ (?), ‘ontroerend’, ‘kan het niet droog houden’, ‘fantastisch mooie tag-line… wow’, ‘prachtig, meer van dit’.
Tsja, ‘meer van dit’.
De film is onderdeel van een campagne die idioot genoeg ‘Hope’ heet, leerde ik na enig surfwerk. De film draait om awareness. Met als doel het ziekenhuisbombardeerverhaal aan zoveel mogelijk mensen te vertellen ‘in order to influence those responsible for actions taking place in wars so that they can adopt measures to avoid these types of attacks’.
Wacht even.
Moet dit filmpje ervoor zorgen dat oorlogshitsers en wrede dictators stoppen met het bombarderen van ziekenhuizen? Moeten those responsible for actions taking place in wars dit filmpje gaan liken en daarmee zal voor altijd de zon boven ziekenhuizen schijnen?
Likes en hashtags als middel om Assad en anderen op andere gedachten te brengen? Zo naïef kunnen ze bij het Rode Kruis toch niet zijn.
Een filmpje maken om het filmpje. Emoties oproepen om het effect. Om het verzamelen van likes, om het verzamelen van hashtags. Het lijkt voor veel organisaties en filmmakers een hoger doel geworden. Het enige doel geworden.
De film is overladen met prijzen tijdens het reclamefestival in Cannes. Zoals reclamefilmmaker Bas Welling schreef: ‘Wat mij betreft is dit de beste film van Cannes Lions 2018. Eenvoudig en zeer impactvol. Het bewijs dat fictie zeer oprecht kan zijn’.
Zoals te vaak stellen reclamemakers het mooi boven het waarom.
Don’t like.
Nu nog een hashtag.