Ziggy Stardust: Anders is beter dan beter
3 juli 1973. David Bowie is op. Hij zit backstage in het Hammersmith Odeon Theatre in London. Om hem heen drentelen opgewonden assistenten, make-up artiesten en kostuumontwerpers. Allemaal ready to take off om hem te transformeren tot Ziggy Stardust voor het allerlaatste optreden van zijn eerste supersuccesvolle wereldtour.
De zaal vult zich langzaam met honderden fans. Ze dragen een mix van even gewaagde als fantasievolle outfits. Hun haren geknipt, gelakt en felrood geverfd, hun gezichten lijkbleek geschminkt, hun ogen omrand door glinsters en glitters. Vol aanbidding klitten ze al uren van tevoren samen bij het popaltaar van Ziggy Stardust om te wachten op diens messiaanse woorden: ‘Just turn on with me, and you’re not alone/ Let’s turn on and be not alone/ Gimme your hands, ‘cause you’re wonderful/ Gimme your hands, ‘cause you’re wonderful/ Oh, gimme your hands.’
Twee jaar eerder is David Bowie een totaal onbekende zanger. Hij maakt dan al tien jaar muziek. Zingt en speelt in allerlei mod, rock ’n roll en rhythm & blues bandjes. Maar echt gelukkig lijkt hij daar niet van te worden. Liever staat hij in zijn eentje op het podium.
In 1967, midden in de psychedelische jaren zestig verschijnt zijn debuutalbum: David Bowie. Een plaat die vooral teruggrijpt naar cabareteske songs uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Niet bepaald de smaak die hitparades op dat moment voorschrijven.
Voor de niet kenners. 1967 is de Summer of Love. Het is het jaar van Sgt. Pepper. Pink Floyd, The Doors en The Jimi Experience maken hun debuut. The Small Faces hebben een hit met ‘Itchycoo Park’. The Monkees scoren het ene hitalbum na het andere. En dan komt ene David Bowie met een plaat vol musicalnummers. Luister voor de aardigheid eens naar The Laughing Gnome.
Zijn debuutalbum wordt een enorme flop, maar Bowie is niet onopgemerkt gebleven. Een mimespeler neemt hem onder zijn hoede. Leert hem hoe te acteren, hoe hij op een podium moet bewegen, hoe hij belichting kan inzetten om een lied te versterken, hoe hij zich moet schminken. Want nee, eigenlijk wil Bowie geen popster worden. “My commitment certainly has never been [to] this crazy and filthy rock circu,” zegt hij tegen Melody Maker in 1977. “I should not have been in it.”
Bowie ziet zichzelf niet als een rockster. Hij wil een allround entertainer worden. Hij wil musicals en liedjes schrijven, hij wil acteren en zelf zingen.
Hij gaat optreden als mimespeler, maar daarvan kan hij niet echt leven. Dus pakt hij weer zijn gitaar en begint in café folky liedjes te spelen. Ook krijgt hij een paar kleine filmrolletjes om zijn muziek te betalen, hij verschijnt zelfs in een ijsjesadvertenties, totdat hij een hit scoort met Space Oddity. Maar nee, ook een tweede elpee flopt.
Wat te doen. Hij raakt depressief. Weet niet welk muzikaal pad hij zal volgen, ja, in ieder geval een andere weg. Zijn vrouw vertelt hem dat hij zijn androgyne uitstraling moet uitbuiten, leuk voor mannen en vrouwen. Let wel, homoseksualiteit is in die tijd even verwerpelijk als vandaag binnen bepaalde geloofsgemeenschappen.
Bowie vult zijn kledingkast met zijden kledingstukken die ogen als lange oosterse gewaden. Hij draagt trakke catsuits vol pailletten. Kimono’s, te strakke broeken, kleurige catsuits en doorzichtige shirts. En met veel gevoel voor de laatste mode gaat hij languit in een jurk op de hoes van zijn volgende album The Man Who Sold The World. Niet echt rock ’n roll.
Ook op de hoes van zijn vierde album Hunky Dory (1971) toont Bowie zich als vrouw. Zijn handen in zijn nek, zijn blonde haren in de Hollywood-stijl van de jaren veertig. Op het album staat het prachtige ‘Life on Mars?’. Ook met ‘Space Oddity’ heeft hij eerder al blijk gegeven van zijn fascinatie voor de ruimtevaart en science fiction. Maar hij wil iets groters, vertelt hij. “Het leek interessant iets anders te bedenken. Zoals een musical waarbij de artiest op het podium een rol speelt”.
In 1972 presenteert hij The Rise And Fall Of Ziggy Stardust And The Spiders From Marswaarvan Honky Dory eigenlijk een soort voorspel is -er zit een week tussen de release van dat album en het opnemen van de eerste nummers van ‘Ziggy Stardust’. Het conceptalbum vertelt over een omnisexueel buitenaards wezen dat naar de aarde is gezonden om de mensheid te redden. Wild en hedonistisch, maar met een vredelievende boodschap. Zeg maar de ultieme rockster. Helaas loopt het slecht af. Ziggy wordt vernietigd door zijn eigen uitspattingen en fans ; hij heeft zichzelf te verloren in de rock ’n roll.
Maanden voor de release en de tour is Bowie al druk bezig met het ontwerpen van de kleding, en het finetunen van het image van Ziggy en de Spiders. Hij pikt mode-ideeën uit A Clockwork Orange en een ontwerper maakt fluwelen ruimtepakken en platformlaarzen. Om maar vooral andere glamrock acts als die van Marc Bolan (T. Rex) en Alice Cooper te outperformen. Vlak voor de lancering van de plaat, verklapt hij Melody Maker dat hij homoseksueel is.
Bowie wil niet per se beter, maar vooral anders zijn.
Het conceptalbum landt voorzichtig, nee, zeg maar onopvallend. Ook de eerste single ‘Starman’ verkoopt niet, totdat de band in vol ornaat optreedt in Top of the Pops. Dan ineens raakt de hele wereld in de Ziggy-ban. Fans omarmen hem. Behandelen hem meer en meer zoals ze Ziggy willen behandelden. Het verwart hem: “Ik raakte ervan overtuigd dat ik een messias was. Heel eng.”
Ziggy maakt van Bowie een ongekende wereldster. Zijn albums verkopen sneller dan welke andere Britse band sinds The Beatles -in de zomer van 1973 staan al zijn vijf elpees in de Britse Album Top 40, drie in de Top 15. De concerten met de Spiders From Mars groeien uit tot legendarische evenementen. In Amerika geloven ze dat de bandleden echt aliens zijn.
Er is eerder nog nooit iemand geweest zoals Bowie. Niemand beweegt zoals hij. Niemand draagt kleding zoals hij. Geen enkele popster durft te zeggen dat hij homoseksueel is, terwijl hij al jaren is getrouwd. Bowie doet wat niemand durft. Hij is een icoon voor velen die zich verschoppelingen wanen, die zich eenzaam en buitengesloten wanen. Ze voelen zich door Ziggy bevrijd.
Ziggy Stardust kijkt in de kleedkamers van het Hammersmith Odeon om zich heen. In de kleedkamer drentelen visagisten en stylisten. Zijn fans, zijn entourage, zijn bandleden, iedereen wacht die avond een niet zo prettige verrassing. Vlak voor het laatste nummer ‘Rock ‘n’ Roll Suicide’ kondigt hij zijn afscheid aan. ‘Van alle shows van deze tour blijft deze show ons in het bijzonder bij, omdat het niet alleen de laatste show is van de tour, maar ook de laatste show die we ooit doen. Bedankt.’De zaal, de band, de begeleiders, iedereen lijkt in shock.
Later zegt hij tegen biograaf Christopher Sandford: ‘Ziggy wilde me maar niet verlaten. Toen begon het bergafwaarts te gaan. Mijn persoonlijkheid werd door hem aangetast. Er ontstond een erg gevaarlijke situatie. Ik begon daadwerkelijk over mijn eigen geestelijke gezondheid te twijfelen.” En er is niets wat hem meer angst aanjaagt; er zijn meer gevalletjes krankzinnigheid in de familie.
Opgelucht en leeg verlaat David Bowie die avond het theater. Hij is uit het vel van Ziggy Stardust gekropen, en heeft dat als een verschrompeld cocon in de Hammersmith Odeon achtergelaten. De Ziggy op het podium is verdwenen, op straat zijn ze opgestaan. Bowie heeft anderen uit hun keurslijf weten te bevrijden, opgetild uit de schaduw van het leven. Daarmee is hij uitgegroeid tot een voorbeeld voor velen. Van Madonna tot Marilyn Manson, van Freddy Mercury tot Lady Gaga: ze fungeren als zijn nazaten.
David Bowie heeft met Ziggy Stardust concerten verandert in een totaalshow. Het concept album groeit uit tot een nieuwe standaard. Bovenal heeft hij een rockster geschapen die van de ene identiteit naar de andere kan springen, of zijn publiek daar wel of niet klaar voor is. Want na de androgyne rock messias Ziggy Stardust wacht het hardere glamkarakter Alladin Sane, daarna verschijnt hij als de “dunne witte hertog” van de Berlijnse trilogie (“Low”, “Heroes,” “Lodger”) en hij blijft zichzelf opnieuw uitvinden.
David Bowie. Hij staat in de jaren zeventig op als wereldster omdat hij anders is. Niet omdat hij beter is. Want anders is beter dan beter.